
Vandaag word ik weer eens met mijn neus op de feiten gedrukt. Sinds het virus hier heeft toegeslagen maakt de zon overuren. Dat mooie weer lijkt niet altijd te rijmen met mijn gemoedsrust. Somberheid, angst en een diep gevoel van onzekerheid overvallen mij soms en in combinatie met die uitbundig stralende zon brengt mij dat in verwarring. Normaal gesproken flitsen vanaf het vroege voorjaar groepjes wielrenners langs ons huis. Strak in hun veelkleurige pakjes met glad geschoren bruine kuiten. Een lust voor het oog. In deze coronatijd gaan de lokale sportevenementen echter aan mijn neus voorbij. Hoog tijd om zelf fysiek de strijd aan te gaan om mijn zinnen te verzetten en een shot dopamine op te doen.
Ik heb een afspraak met mijn loopmaatje, 1300 km verderop. Zij rent op de prachtige paden van de Veluwse bossen, ik op mijn “heen en weer“-parcours die hooguit niet meer loopmeters telt dan 100 meter heen en door dezelfde aantal meters weer terug te rennen. Zo houd ik mij aan de strikte Italiaanse quarantaineregels. Het is namelijk toegestaan een luchtje te scheppen in een straal van 200 meter rond je huis waarbij een mondkapje verplichte kost is. Die verordening hebben ze gisteren nog even snel aan het geheel toegevoegd. Ik besluit het kapje in mijn sport-bh te verstoppen. Een slimme meid is… Juist! Wat een verschil met Nederland. Want zeg nou zelf, het heeft wel iets die zogenaamde “intelligente lockdown”. Het enige dat je ervoor hoeft in te leveren is anderhalve meter. En vervolgens blijven er nog vele hardloopmeters over in vrijheid. En voor dat alles hoef je alleen je eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Via FaceTime praten we even bij, wensen elkaar succes en daar gaan we dan. Het is druk op mijn route. Honden worden uitgelaten door baasjes met en zonder mondkapje, de oudjes worden gelucht. Ze hebben allemaal het heen en weer. Dat vergt enige aanpassing, zeker zonder mondkapje en dan ook nog in looppas. Maar wonder boven wonder gaat het goed. We groeten elkaar, dat doen we vaak op deze route. Ineens heb ik geen visioenen meer van mijn loopmaatje die de halve Veluwe tot haar beschikking heeft. Ik kom zowaar in een soort van ritme en vergeet alles om mij heen. Tempo maken lukt niet echt maar het gaat niet om snelheid het gaat vooral om het bewegen en het gevoel daarna.

Daar weten Marjan en ik namelijk alles van. Ooit, jaren geleden leerden we elkaar kennen tijdens een clinic georganiseerd door een hardloopwinkel in Zwolle. Tijdens die trainingen besmette Eddie, de eigenaar, ons met het hardloopvirus. Afstand houden is niet nodig bij dit virus, mondkapjes ook niet. Van dit virus hoef ik nooit meer beter te worden bedenk ik mij nu. Als je hier eenmaal mee besmet raakt gaat het alleen maar bergopwaarts met je. Ik raakte verslingerd aan het geluksgevoel dat je hebt na een fijne run. Marjan en ik renden jarenlang driemaal per week, trotseerden weer en wind, vergoten liters zweet, doorstonden blessures, gingen halve marathon-uitdagingen aan, deelden ondertussen lief en leed en hadden vooral heel veel plezier in het lopen. Stoppen was geen optie want de beloning die dopamine heet smaakte elke keer weer naar meer.
Nu, terwijl we samen en toch zo ver van elkaar onze dopamineshots weer bij elkaar aan het rennen zijn stuur ik in gedachten een bedankje naar Eddie, die door mij te besmetten deze fantastische verslaving in mijn leven bracht. Wat mij betreft krijgt Corona ons niet klein en blijven we samen ons plezier halen uit hardlopen, zij daar op de Veluwe en ik in de Garfagnana.
Morgen weer? Zelfde tijd.
Leuk verteld. Alleen dat “oudjes uitlaten” bevalt me niet. Beetje discriminerend. Ik ben zo’n oudje. 86. Nog midden in het leven. Ik ren wel niet maar verder ben ik er wel. 100%. Misschien lijd ik wel meer dan jij. Je schrijft leuk, maar jij blijft ook niet eeuwig jong.
Hoi Marina,
Wat een super leuke column, Marina. En wat goed om te lezen dat jullie geemigreerd zijn. Nu helaas in wat minder gunstige omstandigheden. Heel veel succes en sterkte in Italië.
En lekker blijven hard lopen 😉.
Groetjes, Anita
👍🏻 mooi Marina