
“Wilt u nog iets drinken”? Hoor ik dat nou goed? Op het terras van de bar drinken wij onze dagelijkse caffè. Gezellig op ons vertrouwde adresje tussen de locals die ons uiteindelijk na lange tijd als zodanig hebben geaccepteerd. Maar “locals”, zo lijkt het, zijn we vandaag blijkbaar niet en worden we getrakteerd op de welbekende toeristenbehandeling. De serveerster oogt onbekend, (hoe kan dat ook anders met mond-en neusbescherming) ik kan haar niet thuisbrengen dus zal ze voor deze drukke periode ingehuurd zijn. Ivo zelf, de eigenaar is op geen velden of wegen te bekennen. Of zal hij zich angstvallig achter de toog hebben verscholen om te zien hoe dit afloopt.
Spannend wordt het natuurlijk wel, de helft op het terras mag zich tot de plaatselijke bevolking rekenen en die zijn niet anders gewend dan soms uren de stoelen bezet houden waarbij een kop koffie soms niet eens een verplichting lijkt. Hele discussies worden er gevoerd maar vanaf vandaag zo lijkt het niet geheel vrijblijvend! Samenscholen prima maar daar staat wel iets tegenover. Er moet geld verdiend worden, want de lockdown heeft er ingehakt.
Nooit eerder is het voorgekomen dat we moesten kiezen, wel of geen drankje meer. In Nederland zijn we dit al jaren gewend, dat begint eerst met “Is alles nog naar wens”? “Ja hoor. Waarop na zo’n kleine tien minuten het onvermijdelijke klinkt, “Kan ik u nog iets inschenken”? Waarop ik meestal naar gelang mijn gemoedstoestand antwoord, “Nee, dank je wel, we gaan zo weg. Op de één of andere manier vind ik het nog altijd ietwat intimiderend. Alsof we zelf niet op het idee kunnen komen om nog iets te bestellen.
En zeker bij de soms wereldvreemde Garfagnino moet je niet aankomen met deze onzin. Of je nog iets wilt drinken?, het moet niet gekker worden. De bar is het verlengstuk van hun huiskamer en daar spreek je af met vrienden en buren. Dat daar dan af en toe iets bij gedronken wordt is bijzaak.
Sterker nog, er wordt überhaupt nooit iets gevraagd. Zodra we aankomen bij de bar laten we ons gezicht zien in de deuropening en roept Ivo ons tegemoet met “il solito”? (het gebruikelijke).
Het is vakantietijd en de plaatselijke markt is uitgestald. Boven verwachting is het hier naast de vaste bezoekers van de weekmarkt vergeven van de Nederlanders, Fransen, Duitsers en….Italianen. Die laatste hebben gehoor gegeven aan Conte, wellicht met de vakantiebonus in de portemonnee om dit toch vooral uit te geven in eigen land. En daar moet je als ondernemer direct flink gebruik van maken.
Toch, diep in mijn hart juich ik het toe dat ze, wil het ooit nog goed komen met dit land, het lef hebben om het eeuwenoude roer om te gooien. Want je moet ergens beginnen, toch? Lastig is het wel want straks zijn de vreemdelingen weer vertrokken en zit Ivo wellicht met het nakijken. Want de kans is groot dat hij het aankijken niet meer waard is. Veranderingen? Niet in de Garfagnana!
Terug naar de vraag. Wij zijn geen spelbreker want Ivo heeft zijn nek uitgestoken, iets wat hij en zijn collega’s in Castelnuovo al lang eerder hadden moeten doen. Wij geven hem de credits en met een volmondig “Ja hoor, schenk ons maar een lekker wijntje in”, bijten wij Nederlanders dan maar de spits af al was het maar om nog enigszins van ons “zuinige” imago af te komen.