
Bij onze horeca-ondernemers gaat het momenteel maar om één vraag en dat is of we nog een toerist gaan zien deze zomer. Hopelijk wel. Want hier is het best goed toeven. Corona heeft het in Toscane zo goed als opgegeven blijkt uit de cijfers. Verordening 60 waarin eindelijk de langverwachte richtlijnen voor de toeristenbranche uit de doeken worden gedaan zijn afgelopen week vastgesteld. Ondertekend en bekrachtigd door onze regio president Enrico Rossi. Met angst en beven heeft men ze tegemoet gezien en ook ik ben nieuwsgierig.
Veel tekst, dat dan weer wel maar ik moet zeggen dat die angst ongegrond blijkt te zijn. Rossi heeft het goed voor met de ondernemers.
Een afspraak maken om op het terras een biertje of een wijntje te drinken? Niet bij ons. Gewoon de 1 meter afstand in acht houden. Al zit je hier een halve middag achter je biertje, niemand die je vraagt of alles nog naar wens is. Totaal overbodig. Je handen desinfecteren en even het mondkapje op als je naar binnen gaat om af te rekenen vind ik meer een bijkomstigheid.
In onze soms vele smalle straatjes is contact maken haast onvermijdelijk en toon je je goede wil door je mondkapje bij de hand te houden.
Hoe moeilijk kan het zijn. Weet dat je als toerist je er nu eenmaal net als onze plaatselijke bevolking niet aan ontkomt je mond te bedekken als je gaat winkelen. Zelfde geldt tijdens een bezoek aan een museum of een ritje met het ov.
De camping, want daar gaat het bij de meeste toeristen om is het gesprek van de dag. Bijna dagelijks kom je in de media dit soort opmerkingen tegen, “Lekker als het 35 graden is en je loopt de hele dag met zo’n kapje op”. Dit soort verhalen gaan gauw een eigen leven leiden en voor dat je het weet wordt het voor waarheid aangenomen.
Daar maakt Rossi in zijn verordening korte metten mee. Niet op onze Toscaanse campings. Buiten op het terrein ben je niet verplicht zo’n geval te dragen. En binnen in je tent of huisje is zelfs de 1 meter afstand geen noodzaak.
Natuurlijk zijn er richtlijnen zoals de afstand van tenten en accomodaties die 3 meter van elkaar moeten staan. De kleine campinghouder zal dan wat creatiever met de regels om moeten gaan maar ook daar maak ik mij geen zorgen over.
Het protocol voor de restaurants was al eerder bekend gemaakt. Ook hier geldt de regel dat je vooraf reserveert en je niet buiten je eigen familie met anderen aan dezelfde tafel mag eten. Dat is de regel voor binnen eten. En op het terras? Daar hebben we toch al kennis mee gemaakt? Of?..
Maar de heerlijke willekeur van de Garfagnini lijkt nooit ver weg. Dus besluiten we de lunch te gaan gebruiken bij ons oude vertrouwde adresje “Trattoria Marchetti”. Het is warm dus lijkt het ons een goed idee om ook hier op het terras neer te strijken. We worden enthousiast begroet en nadat we even hebben bijgepraat vragen we of er een tafeltje voor ons is. Overbodige vraag zo lijkt het. In het “oude normaal” was tijdens deze periode van het jaar reserveren een must. In de rij staan was heel gewoon. De paar tafels die er nu opgesteld staan vallen in het niet bij de grootte van het terras. Er wordt niet eens gevraagd of we gereserveerd hebben. Ze kijken wel uit. Elke gast is er één in deze voor de horeca zo beroerde tijd. Onze naam en waar we vandaan komen. Niet aan de orde zo lijkt het wel. Ons kent ons.
Zonder ook maar een enkele formaliteit of regel schuiven we aan en genieten als vanouds van de lunch en de bedrijvigheid op straat om ons heen. Alsof er nooit een lockdown is geweest. Café? Nog een limoncello? Hoe is het mogelijk. Deze gastvrijheid van mensen die van zo ver komen en proberen er weer het beste van te maken in deze nog steeds voor hun onbestendige tijd is hartverwarmend.
Stel je toch eens voor dat één van de regels is om niet alleen in het restaurant te reserveren maar ook voor een tafeltje op het terras. En dat je moet aangeven naar welke shift je voorkeur uitgaat, 1, 2 of 3?
Dat je in die laatste vanaf 20.15 uur wel verplicht bent een drie-gangen menu a raison van € 39,95 te souperen. Of je komt in tijdnood op het terras, zou er dan een mogelijkheid zijn om “bij te boeken” voor een volgende 1,5 uur voor het tarief van……Zoals het gebruikelijk is in de luchtvaart, even nog gauw een extra koffer bijboeken.
Het niet geheel nieuwe verdienmodel in de horeca wordt verder uitgerold en door de uitbaters die er vooralsnog geen brood in zagen nu met open armen ontvangen en in praktijk gebracht. Eten met de stopwatch in de handen, niets voor mij.
Nee, in de Garfagnana heb ik nog geen signalen kunnen ontdekken van dit opnieuw uitgevonden fenomeen. In shifts eten doen wij hooguit in de bergen, in de druk bezochte berghutten. Basta.
Het bewijst maar weer eens des te meer dat “uit eten gaan” in deze streek toch net iets meer betekent dan het bij ons welbekende vorkje prikken. Eten is een feest. Hier gaan cultuur en leefgewoontes hand in hand en is tijd van ondergeschikt belang.
Het wordt spannend de komende tijd, we wachten af, heffen het glas nog eenmaal met de eigenaar en stoppen hem tijdens het betalen van de rekening stiekem nog een forse Coronabonus toe.
Zo doen wij dat in de Garfagnana.