
Zou het misschien komen dat als je ouder wordt je nog meer aandacht aan je gezondheid gaat besteden dan voorheen. In mijn geval zeker. Dat komt natuurlijk ook door de veranderingen die het emigreren naar een ander land met zich meebrengt. Alles is ineens anders. Niets voelt ineens meer vertrouwd. Wat altijd vanzelfsprekend was valt weg en ga je op zoek naar de alternatieven in een voor jou op dat moment vreemd land.
Als je jong bent gaat alles makkelijker en ben je nog onbevangen. Je gaat snel op in zo’n proces, je leert sneller, maakt sneller contacten. Die onbevangenheid zet ze niet telkens aan het denken. Terwijl ook hun gezondheid net zo belangrijk is lijkt het toch alsof zij “meer” tijd hebben. Ik herken mijzelf daar zeker in toen ik jonger was.
Als kwieke gepensioneerde zeg ik altijd “De oudere jongere heeft toekomst”. Want we hebben zeeën van vrije tijd die ik het liefst het eerst in en rondom mijn nieuwe huis in Italië wil doorbrengen. Daarnaast staan er allerlei plannen in de week, met de rugzak op de streek waar je woont ontdekken. Je horizon verbreden. Je vrienden ontmoeten, op reis naar je kinderen, familie en vrienden in Nederland. En dat doe je meestal met zijn tweeën. Je bent om het zo maar te zeggen behoorlijk op elkaar aangewezen. En een nieuw sociaal netwerk opbouwen, “Ach dat komt nog wel”, denk je dan. Natuurlijk, je gaat lekker uit eten in een van je favoriete restaurantjes, je zegt iedereen vriendelijk goedendag en maakt zelfs af en toe een praatje met je dorpsbewoners. In de streek waar ik woon heb ik mensen uit diverse landen gesproken die geen woord Italiaans spreken en erg op zichzelf zijn en blijven. Het is een keuze en je moet doen waar je je prettig bij voelt.
Voor mij houdt dit geen stand. Ik wil integreren, mensen ontmoeten die in deze streek wonen, ontdekken hoe dat hier allemaal in zijn werk gaat, de taal nog beter leren spreken, contacten leggen zolang het nog kan. Dat maakt het leven spannend. Door je open te stellen ga je de mensen en hun cultuur steeds beter begrijpen. En daar kun je weer mee verder.
Mijn ervaring met hoe de gezondheidszorg hier geregeld is vond ik bijvoorbeeld nog een hele kluif. Na het inschrijven bij het ASL (Azienda Sanitare) had ik het idee dat er nog een lange weg te gaan was. Een huisarts zoeken, ga ik hier naar de tandarts voor controles of houd ik mijn eigen tandarts. Wij komen elke 3 maand in Nederland en onze tandarts vindt het geen enkel probleem dat wij elk halfjaar bij hem op de stoel zitten. Digitale rekening en klaar is kees. En het is zo vertrouwd. In Nederland deed ik mee aan elk voor mij bedoeld bevolkingsonderzoek, de jaarlijkse gezondheidscheck sloeg ik nooit over.
En ineens had ik het gevoel dat de tijd mij hier aan het inhalen was. Kan ik dat hier ook laten doen, maar waar en hoe werkt dat dan. Af en toe greep het mij bij de keel. Niet uitstellen, dacht ik. Dus nog de volgende morgen onder het genot van een lekkere caffe heb ik mijn laptop opgestart en alles wat maar enigszins qua gezondheid belangrijk voor mij was uitgepluisd.
Inmiddels ben ik een stuk wijzer wat betreft die gezondheidszorg hier in de streek. Het geeft mij weer rust nu ik weet waar ik moet zijn. Mijn medisch dossier is inmiddels vertaald en ligt veilig in de la van mijn nieuwe huisarts. Alweer een geruststelling rijker want zelfs bij de weledelgeleerde dames en heren wordt er nagenoeg geen andere taal naast het Italiaans gesproken. Geeft niet, we zijn nu in Italië en gaan ons aanpassen en langzamerhand, beetje bij beetje zal dat lukken. We zijn op de goede weg. Daar ben ik van overtuigd.
En dan de dag dat alles anders werd en mijn Italiaanse droom overging in een soort van nachtmerrie. Alsof alles voor niets was geweest. Corona, het virus had Italië bereikt. Wat in eerste instantie een ver van mijn bed show leek stond nu op mijn eigen nog niet zo lang bevochten Italiaanse stoep. Paniek, alles op slot. De angst was de grote gemene deler voor dit onbekende. Wat overkomt ons, waar eindigt dit, waar moeten we in godsnaam heen, wat als we ziek worden, wie zorgt voor wie. Hoe moet het als één van ons hier achterblijft. Een scenario waar ik mij in mijn onbevangenheid niet mee bezig had gehouden. De media, zo leek het wel bestond nog maar uit één zender die je dagelijks deelgenoot maakte van lange rijen legervoertuigen met daarin de doden die zonder aanwezigheid van hun dierbaren hun laatste rustplaats ver van huis in een onbekend graf vonden. Wat volgt is een totale Lock-down, niet meer naar buiten, de gang naar de supermarkt is je grootste uitje ooit, de Carabinieri die op elke hoek van de straat positie inneemt. De zender breidt het nieuws uit door beelden te tonen van Italianen die elkaar toezingen vanaf hun balkons. Hoe doorbreek je eenzaamheid. De spandoeken dat alles wel weer goed komt, de solidariteit en saamhorigheid. Hoop, al leek het soms een strohalm, we moesten het vasthouden. Een keuze was er niet.
Al gauw volgt dan de “humor”, de spotprenten en filmpjes met Corona als middelpunt. Het zijn onze enige wapens tegen een bijna ongelijke strijd. We onderhouden onze contacten met het “verre” thuisfront via alle gezegende communicatiemiddelen die tot onze beschikking staan. Onze creativiteit gaat gelijk op met die van Corona want ook die kent geen grenzen. We staan verbaasd dat er nog zo veel meer in ons schuilt dan in degene die we voor deze strijd waren. Onze verborgen talenten komen zo maar aan de oppervlakte. Heeft iets ons wakker geschud?
In de tussentijd is het de wetenschappers in een bijna onmogelijke termijn gelukt een vaccin te ontwikkelen die het monster tot bedaren moet brengen. De hoop die nooit is weggeweest wordt nu vergezeld door een lichtje dat ons verteld dat we door moeten en de moed niet mogen opgeven. Want niets is voor niets geweest en zal altijd zo blijven. Dus wordt het wat mij betreft tijd om de draad weer op te pakken en alles wat we hebben geleerd mee te nemen in de nieuwe tijd die ons te wachten staat. We gaan door, vergeten niet en blijven dat lichtje koesteren.