“Tussen de regels door”……….

  • Bericht reacties:1 reactie

Drie oproepen gemist! Doriana zie ik op het display. Het is tien voor zes en tot nu toe geen enkel teken van haar. Ik klik op het telefoon icoontje om haar terug te bellen. Na één keer overgaan neemt ze op en met een fluisterstem laat ze mij weten dat het “spettacolo” inmiddels al bijna een half uur aan de gang is en of ik nog van plan ben om te komen. “Hoezo”, vraag ik nog, het zou toch om zes uur beginnen”? waarop als enig antwoord nog wat onverstaanbaar gemompel klinkt en direct daarop de verbinding wordt verbroken. Ik begrijp er niets van. 

Afgelopen maandag werd ik blij verrast met een berichtje van haar kant, waarin ze mij liet weten dat hun dierbare vriend, Aldo Bertozzi, woensdagavond om zes uur in ons plaatselijk restaurant Il Totto zijn nieuwste boek zou presenteren en dat hij het zeer op prijs zou stellen als de Signora Olandesi hierbij aanwezig wilde zijn. Die kans laat ik mij natuurlijk niet ontnemen. Alhoewel ik nog nooit van de beste man had gehoord vroeg ik haar nog even snel om welk boek het ging, zodat ik mij in ieder geval een beetje kon voorbereiden. Per slot van rekening is het niet niks om na slechts acht maanden in dit gehucht te wonen al door een hier welbekende schrijver te worden uitgenodigd. Na wat surfen op het internet kwam ik er al snel achter dat deze Bertozzi niet de eerste de beste is, waarvan akte. Heeft zijn toga verruild voor de schrijverspen en schijnt met zijn veelzijdig oeuvre hier en daar nog een luisterend oor te vinden al was het maar in Sassi.

En dan zijn passies; koken, oldtimers en reizen zolang het niet te ver is, want een vliegtuig krijg je hem niet in. Ver zal hij zo wie zo niet komen in een oldtimer maar dat ter zijde. De inhoud van het nieuwe boek niet meegerekend heb ik de onderwerpen voor het uitkiezen en het feit dat er zelfs een van zijn geschreven Garfagnino-dialect woordenboeken in mijn boekenkast prijkt moet toch op zijn minst een beetje indruk op de man maken. Veel meer heb ik dan ook niet bij te dragen, maar stiekem hoop ik op zijn aandacht na de presentatie, waarbij ik qua gespreksstof de eer geheel aan zijn kant laat zodat ik mijn eigen bescheiden schrijftalent achterwege kan laten.

Ik haast mij richting Il Totto waar ik hopelijk nog welkom ben en tegelijkertijd nog steeds niet weet waar ik mij, mocht het zich voordoen, voor zou moeten verontschuldigen. Zelf wijt ik het aan de zoveelste miscommunicatie en geef ik Doriana alvast het voordeel van de twijfel. Inderdaad, het “feest” is al in volle gang en vindt plaats op het overdekte terras. De niet genodigde ongemaskerde Sassese slaan, onderuitgezakt vanaf hun plaats aan de buitenmuur onder het genot van het zoveelste biertje, het schouwspel gade. Doriana heeft mij inmiddels in het vizier en sluipt ergens van achter in de rij naar mij toe en voordat ik het weet zit ik oog in oog met het drietal achter het tafeltje dat op een geïmproviseerd podium wankelt en waarin ik de hand van Oreste de eigenaar van Il Totto vermoedt. Om mij heen staan de stoelen met daarop de overige gemaskerde genodigden, keurig een meter van elkaar.

En nu komt het er op neer, dat, wil ik het halfuurtje vertraging nog enigszins goedmaken ik mij toch op zijn minst moet aansluiten bij dit gemaskerd bal. Want als dat ook niet lukt heb ik het verknald. Snel graai ik in mijn tas en haal opgelucht adem en lukt het mij mijn mond te snoeren. De man links van de schrijver herken ik direct want zijn blik in mijn richting voorspelt niet veel goeds. Het is een mengeling van laatdunkendheid en spot die maar van één persoon afkomstig kan zijn en dat is onze burgervader. Het is alsof hij wil zeggen, hoe haal je het in je hoofd om mijn aankondiging over te slaan. Wat je allemaal tijdens het verloop van zo’n pandemie al niet in de ogen leert lezen. Belangrijk zijn en gezien worden, dat is waar het om gaat. Ik beantwoord zijn blik met de mijne die ook niet mis is. Man, ga eens rechtop zitten en had je niet iets anders aan kunnen trekken tijdens zo’n, voor de schrijver belangrijke presentatie. Aldo, het middelpunt, voert met het mondkapje hangende aan één oor het hoogste woord en heeft totaal niet in de gaten dat er een machtsstrijd gaande is in zijn naaste omgeving, laat staan dat hij mij überhaupt heeft opgemerkt. Rechts van Aldo, de derde man, daarvan vermoed ik dat het straks zijn taak is de aanwezige Garfagnani te overtuigen van hoe geweldig dit boek wel niet is en dat dit de kans is het voor een spotprijsje te bemachtigen, met als slagroom op de taart, gesigneerd door de schrijver in eigen persoon. Zijn ogen stralen in ieder geval een mooi eindbedrag uit.

Een bescheiden applaus achter mij laat weten dat Aldo zijn zegje heeft gedaan waar onze burgervader dankbaar gebruik van maakt door hem nog snel een paar vragen te stellen die wel verdacht veel lijkt op de informatie die ik gisterenavond van het internet heb weten te verkrijgen tijdens mijn zoektocht naar deze voor mij onbekende schrijver. Gaat hij nu ook nog het gras voor mijn voeten wegmaaien? Gelukkig blijft de schade beperkt en is het nu de beurt aan het “grote” publiek. Dat laat het behoorlijk afweten en voordat Aldo zijn teleurgestelde gezicht snel achter zijn masker wil verschuilen trek ik de stoute schoenen aan en steek mijn vinger op. Wat kan mij het schelen, ik laat hem niet in de kou staan. Deze man heeft de moeite genomen om mij uit te nodigen en door ook nog eens te laat te komen hoor ik mij diep te schamen. Dus pak ik gelijk uit en stel maar liefst twee vragen waarvan ik hoop dat ze er een beetje toe doen. Blij met deze aandacht klaart zijn gezicht op en begint hij opnieuw aan een langdurend relaas waarbij ik aan het eind moet toegeven dat het meeste toch echt aan mij voorbij is gegaan.

Na afloop komt hij op mij af en overhandigt mij zijn boek, gesigneerd en al én met een persoonlijke aan mij gerichte noot. Met een grazie mille neem ik het in ontvangst, ondertussen houd ik vanuit mijn ooghoeken de derde man in de gaten. Echter, die heeft over klandizie niet te klagen en neem ik maar aan dat ik de beurs gesloten kan houden. Aldo weet van geen ophouden, zelfs niet nadat ik mij voor de zoveelste keer verontschuldigd heb voor mijn late aankomst. “Niente”, zegt hij. Is niets. Om acht uur gaan wij hier met een klein gezelschap dineren en graag nodig ik je als mijn gast hierbij uit. Snel kijk ik op de klok, die geeft aan dat mij nog een uur rest om naar huis te gaan en te vertellen dat mijn avond nog niet voorbij is. Ik bedank Aldo door te zeggen dat ik erg gevleid ben en ik de uitnodiging graag aanneem. En terwijl ik mij snel uit de voeten maak hoor ik nog net achter mij zijn stem die roept, “en niet te laat komen hoor”, waarop een bulderend gelach volgt.

Dit bericht heeft één reactie

  1. Ria en Stef

    En heb me ook lekker gegeten

Geef een reactie